Na ons heerlijke verblijf in een boshuis in Aveyron, Zuid-Frankrijk gaat de reis verder naar Spanje. Reisdoel is Velez-Blanco, Andalusië. We huren daar een vakantieappartement van Johan en Ina middenin het natuurpark Sierra Maria-Los Vélez. We besluiten de 1200 kilometer die we nog voor de boeg hebben in meerdere reisdagen te overbruggen. Ons eerste hotel op de route boeken we in Tarragona. De drukte van een stad overvalt ons in eerste instantie na de rust en stilte van ons boshuis. Toch gaan we nog even de stad in om op een terrasje wat te eten en te drinken.
Familieleven in Spanje Het is al donker en alle terrassen zitten vol. Hele families vaak, van opa en oma tot pasgeboren baby. Het baby’tje aan het tafeltje naast ons moet onbedaarlijk huilen. De kersverse moeder pakt het op uit de kinderwagen en gaat met haar lopen op de Rambla Nova. Af en toe staat ze stil om het kindje even te wiegen. Als ze zich weer bij haar familie voegt komt na een tijdje ook de trotse papa van het kindje naar het terras. Hij neemt het baby’tje van haar over. Zijn vader – onmiskenbare familietrekken – kijkt trots toe.
Sporen van een ver verleden Er zijn ook nog veel kinderen buiten op straat. Ze hebben rolschaatsen met felgekleurde lichtjes aan en zwieren vrolijk tussen de flanerende mensen door. Een jonge vrouw zingt, ze heeft een mooie stem. Zou ze überhaupt iets verdienen met haar optreden? Ik zie veel honden, in allerlei soorten en maten. Van Spaanse Galgo’s tot chihuahua’s. Ze worden vaak hee
l kort aan de lijn gehouden, ik vind ze er gedeprimeerd uitzien. Na het terras lopen we nog even naar het Romeinse amfitheater, dat mooi is uitgelicht. We snuiven de zeelucht op en vertrekken naar ons hotel. Het ontbijt de volgende ochtend is in een soort kale, kantine-achtige ruimte. Geen toeristen zo te horen, alleen Spanjaarden. Ze ontbijten vooral met koffie en een klein broodje.
Día de Hispanidad De tweede overnachting is in Cartagena. Een veel behapbaarder stadje met mooie pleinen, oude gebouwen en een haven. Het blijkt een Spaanse feestdag te zijn, Día de Hispanidad, de dag dat Columbus aankwam in Amerika. Bij de haven is een tentoonstelling van militaire voertuigen op de kade die veel bekijks trekt. Er lopen veel vrolijke en mooi uitgedoste mensen rond. We besluiten vis te gaan eten bij de haven. Op het terras waar we neerstrijken zit ook een ouder Engels echtpaar dat zo weggelopen lijkt uit een detective van Agatha Christie. Hij draagt een grote flaphoed die hem moet beschermen tegen de zon – en zijn gezicht heeft desondanks de kleur van een kreeft. Hij houdt lange monologen boven zijn enorme glas bier. Zij is een beetje muizig en zegt niet veel.
Spaanse cultuur te vinden in New York De volgende ochtend rijden we door naar onze eindbestemming. Rik Zaal zegt in zijn boek ‘Spanje – een reisgids’ het volgende over het dorpje Vélez-Blanco: ‘Vélez-Blanco wordt beheerst door een groot kasteel dat van zeer hoog op het witte dorp uitkijkt. Via een zeer steile weg komen we bij de vesting. Daar kunnen we heel ver wegkijken. Het bouwwerk is een pronkkasteel dat in 1506 is neergezet op de plek waar een ouder Moorse vesting had gestaan. De Italiaans-renaissancistische stijl waarin het kasteel is bedacht, had als mooiste kenmerk een binnenplaats met rijke marmerversieringen. In 1904 heeft de toenmalige eigenaar van het kasteel de hele patio aan een Fransman verkocht, die het in een kasteel in de buurt van Parijs weer liet opbouwen. Daarna kocht een Amerikaan het van de Fransman. Hij liet het na aan het Metropolitan Museum in New York. Daar is het in de bibliotheek nog altijd te bewonderen.’
Paradijselijke plek in een natuurpark
We verlaten Vélez-Blanco om met behulp van de routebeschrijving die Ina en Johan ons hebben gemaild het appartement te vinden. Het eerste deel van de route gaat nog over een smalle geasfalteerde weg. De laatste 3 kilometer zijn onverhard, een soort gravel. De bordjes met Cortijo Blanco erop geven aan dat we nog steeds op het goede spoor zitten. Als we even na het middaguur aankomen bij ons appartement staat de buurman ons al op te wachten. In een mix van Engels en Spaans maakt hij ons wegwijs. Later op de middag komt zijn vrouw ook nog even polshoogte nemen. Zij spreekt alleen Spaans, maar met behulp van een Google translation app begrijpen we elkaar uitstekend. Ze zegt dat we haar altijd mogen bellen als er iets is en verdwijnt in een enorme stofwolk als ze in haar 4×4 het onverharde pad afrijdt. Nu zijn we echt de enige menselijke aanwezigheid op deze paradijselijke plek. ’s Avonds genieten we van een prachtige zonsondergang achter de berg, een heldere halve maan en één felle ster. Het is hier stiller dan stil.
Susan van der Beek: https://spanjeliefhebbers.nl/op-deze-spaanse-berg-is-het-in-de-herfst-nog-25-graden/
Comments